Van het kuitbeen naar het hielbeen loopt de sterkste pees van het menselijk lichaam: de achillespees. Toch is dit voor hardlopers een blessuregevoelige plek.

Hoe herkent u problemen aan de achillespees?

 

De achillespees is eigenlijk een soort elastisch koord, waarmee de kracht van de kuitspieren wordt overgebracht op het hielbeen. Doordat de kuitspieren zich bij het lopen aanspannen en weer ontspannen, beweegt het hielbeen en daarmee tevens de voet. Bij een sport als hardlopen, worden de achillespezen veelvuldig en langdurig belast. Vooral op hogere leeftijd raken spiergroepen zwaarder belast en worden gewrichten minder stabiel. Ten gevolge hiervan ondervinden de pezen in het lichaam eerder problemen. Maar ook overgewicht kan klachten aan de achillespees veroorzaken. Een goede reden om de overtollige kilo’s eens te laten verdwijnen door bijvoorbeeld gebruik te maken van een effectief voedingssupplement.

Wat is er te doen aan een blessure aan de achillespees?

Blessures aan de achillespees ontstaan door een vorm van overbelasting tijdens het sporten, of door het gebruik van verkeerde sportschoenen. Maar ook door een ongelukkige misstap kunt u een letsel aan de achillespees oplopen. Er ontstaan dan kleine scheurtjes in het weefsel die irritaties en pijn veroorzaken. In sommige gevallen is de achillespees zelfs rood en opgezwollen. Een eerste indicatie van een blessure aan de achillespees krijgt u wanneer u ‘s morgens vroeg bij het opstaan al pijn voelt. Bij de eerste stappen die u met blote voeten zet, voelt uw achillespees direct al pijnlijk aan. Deze pijn verdwijnt echter weer snel en vooral wanneer u uw schoenen aantrekt. Elke volgende dag duurt het steeds een beetje langer voordat de pijn in uw achillespees weg is. Als u er niets aan doet, raakt de achillespees ontstoken en krijgt u uiteindelijk zelfs pijn bij een normale inspanning. Ga altijd eerst voor uzelf na of u de klachten kunt verklaren. Zijn de problemen wellicht ontstaan door versleten sportschoenen of door een uitbreiding van het trainingsschema? Het beste is om pas weer te gaan sporten op het moment dat de achillespees helemaal hersteld is. En dan vooral weer heel rustig beginnen om te voorkomen dat de achillespees klachten weer terugkeren. Train dan zoveel mogelijk op een zachte, maar effen ondergrond.

Het kan ook gebeuren dat de achillespees gedeeltelijk of zelfs volledig afscheurt. In een dergelijk geval wordt er meestal operatief ingegrepen om de achillespees te hechten. Aansluitend op de ingreep moet er gedurende 4 tot 6 weken ook nog een gipsverband gedragen worden. Een gescheurde achillespees wordt veroorzaakt door een zware overbelasting. Dit komt niet alleen voor bij sport, maar ook bij een achillespees die door ouderdom aan slijtage onderhevig is. Met intensief sporten op middelbare of hogere leeftijd loopt u dus een groter risico op het scheuren van de achillespees.

Een achillespees herstelt maar langzaam

Elke pees bestaat uit bindweefsel, dat maar weinig bloedcellen bevat en daardoor moeizamer geneest dan bijvoorbeeld een spier. Er is tijd nodig om een beschadigde achillespees afdoende te laten herstellen. Bovendien is het van belang om tijdens het genezingsproces op een goede manier toch in beweging te blijven. Met een extra ondersteuning zorgt u voor een sneller herstel van beschadigd spier-, pees- en huidweefsel en dat biedt dus een prima hulp bij de genezing van een gewonde achillespees.

Bij ernstige en aanhoudende klachten aan de achillespees is het verstandig om een fysiotherapeut te raadplegen, waarna deze u kan helpen om sneller van uw klachten af te komen. Daarnaast kan deze specialist de soepelheid van de achillespees weer herstellen door het toepassen van massagetechnieken en specifieke oefeningen.

Artritis wordt ook wel ontstekingsreuma genoemd en is een auto-immuunziekte. Artritis is een vorm van reuma en wordt ook wel aangeduid als reumatoïde artritis.  

 

Artritis kenmerkt zich door chronische ontstekingen van de gewrichten en dat leidt tot diverse klachten en symptomen. Er zijn echter ook andere oorzaken van artritis, zoals een verwonding of bacteriële infectie, die ontstekingsreuma tot gevolg kunnen hebben. De ziekte heeft een grote impact op het dagelijks leven, maar er zijn verschillende behandelingen van artritis die klachten en symptomen kunnen verminderen.

 

Symptomen bij artritis

Bij artritis is er sprake van een langzaam ontwikkelende ziekte met ontstekingen van de gewrichten. De ontsteking van de gewrichten zorgt ervoor dat er vooral in de ochtend sprake is van rode, pijnlijke en dikke gewrichten. Artritis kan aangemerkt worden als een vorm van ontstekingsreuma. De ontstekingen komen voor in verschillende gewrichten, zoals in handen, voeten en in de knieën. Als u artritis heeft, dan merkt u dat onder meer aan de stijfheid van de gewrichten na lang gerust te hebben of als u bijvoorbeeld opstaat in de morgen. Het kan een aantal uren duren voordat deze ochtendstijfheid die veroorzaakt wordt door artritis is verdwenen.

 

Risicofactoren voor artritis

De reumatoïde vorm wordt aangemerkt als een van de meest ernstige vormen op het gebied van reumatische aandoeningen. Overigens is er maar weinig bekend over de risicofactoren die tot deze vorm van reuma leiden. Er wordt verondersteld dat er mogelijk sprake kan zijn van hormonale en genetische factoren en steeds vaker wordt er ook een verband gelegd tussen roken en de vorm van reumatoïde artritis.

Risicofactoren artritis:

  • Genetische factoren
  • Hormonale factoren
  • Mogelijk verband met roken

Het verloop van artritis wordt mede bepaald aan de hand van de schade aan gewrichten, maar het staat vast dat de chronische ontstekingsziekte een grote invloed heeft op het dagelijks leven. U kunt namelijk grote beperkingen ondervinden bij het uitvoeren van lichamelijke activiteiten, waarbij pijn en stijfheid van de gewrichten voor de belemmering zorgen. Bij een ernstige vorm van de chronische ziekte artritis kunt u zelfs al problemen krijgen met het uitvoeren van de meest simpele handelingen. Uw zelfredzaamheid kan in dat geval afnemen en de afhankelijkheid van derden kan dan toenemen. De kwaliteit van het leven wordt bij een verder verloop van de ziekte in dat geval als verslechterd ervaren door patiënten.

 

Behandeling van artritis

 Als u artritis heeft, dan is een gezonde levensstijl van groot belang. Het is voor iedereen uiteraard belangrijk om gezond en gevarieerde voeding te eten, maar mensen met artritis hebben daar nog meer baat bij. In dat kader kan bijvoorbeeld ook gekozen worden voor aanvullingen op het dagelijks voedingspatroon in de vorm van vitamines en supplementen. Er is bijvoorbeeld een vermoeden dat vitamine D een positieve uitwerking heeft op ontstekingsreuma. Daar is echter op dit moment nog geen effectief bewijs van te leveren. Doordat de behoefte aan energie en extra vitamines echter hoger is bij mensen met artritis in vergelijking met gezonde personen, kan het zeker zinvol zijn om gebruik te maken van aanvullingen op uw dagelijkse voeding.

Naast een gezond voedingspatroon blijft het ook bij artritis van groot belang om te blijven bewegen. Er is geen genezing mogelijk van artritis, maar er is uiteraard wel medicatie beschikbaar om de ontstekingsziekte minder van invloed te laten zijn op het dagelijks leven. Ook kan het bezoeken van een fysiotherapeut uitkomst bieden. In beweging blijven is namelijk belangrijk en door fysiotherapie te volgen kunnen oefeningen worden gedaan om de gewrichten meer soepel te houden en de spieren aan te sterken. Veelal wordt er voor een combinatie van behandelingen bij artritis gekozen, zoals medicatie en fysiotherapie.

Artrose is een aandoening waarbij het kraakbeen zachter wordt, wat pijn en stijfheid in het gewricht veroorzaakt.

Artrose wat is dat precies?

Artrose wordt in de medische wereld beschouwd als een reumatische ziekte die op verschillende manieren kan ontstaan. Zo kan artrose ontstaan als gevolg van een ontsteking van een gewricht, maar kunnen zwakke gewrichtsbanden eveneens als een oorzaak worden aangemerkt. Er zijn wat dat betreft nog meer factoren die de reumatische aandoening kunnen veroorzaken en die de kans dat u artrose krijgt vergroten.

Factoren die kans op artrose vergroten

Een van de oorzaken van het vergroten van de kans op het krijgen van artrose kan gelegen zijn in erfelijkheid. Het is namelijk zo dat in de ene familie personen vaker te maken krijgen met deze reumatische aandoening dan in een andere familie. Het is in ieder geval bekend dat erfelijke aanleg een rol kan spelen bij het ontstaan en het verergeren van artrose. Er zijn nog meer factoren die de kans op het krijgen van artrose vergroten. Indien u in het verleden te maken heeft gehad met een blessure of beschadiging van een gewricht, dan kan er een vergrote kans bestaan op het ontwikkelen van artrose. Dat geldt overigens ook als er sprake is geweest van een botbreuk of als reumatoïde artritis een ontsteking heeft veroorzaakt. Mogelijke factoren die de kans op artrose vergroten zijn dus:

  • Erfelijkheid
  • Blessure
  • Beschadiging gewrichten
  • Ontsteking
  • Botbreuk

Klachten bij artrose

Artrose ontwikkelt zich in een langzaam proces, waarbij u in het begin te maken krijgt met pijn als het aangedane gewricht in beweging komt. De pijn kan zich voordoen in alle gewrichten die aangedaan zijn. De pijn ontstaat vooral nadat er een periode van rust is geweest, maar kan bij belasting later op de dag ook verergeren. Pijn is een van de klachten bij artrose, maar ook stijfheid van het gewricht is een klacht. Het kraakbeen dat in kwaliteit vermindert, hoeft overigens niet altijd direct tot pijnklachten te leiden. Indien u te maken krijgt met een gewricht dat ontstoken raakt, zal dat wel tot meer pijn leiden. Een ontstoken gewricht kunt u onder meer herkennen aan een rood oppervlak dat warm aanvoelt en laat soms een verdikking zien. Overigens is het wel goed om te blijven bewegen bij artrose, want de stijfheid van het gewricht zal verminderen als u in beweging komt. Een van de klachten die vervolgens kunnen ontstaan door artrose is vermindering van de spiersterkte. Dat heeft weer tot gevolg dat er sprake is van verlies van stabiliteit en stevigheid van het gewricht en wat weer tot meer pijn kan leiden.

Behandeling van artrose

Artrose kan op verschillende manieren behandeld worden, zoals met behulp van supplementen. Dat biedt ondersteuning en kan uitstekend gecombineerd worden met een behandeling door een fysiotherapeut. Als u te maken heeft met artrose, dan kunt u een speciaal beweegprogramma volgen met als doel om de klachten van deze reumatische aandoening te verminderen. Artrose kan op het dagelijkse leven een grote invloed hebben en zeker als u elke dag te maken heeft met pijnklachten en stijfheid van het gewricht. Door een behandeling van artrose bij een fysiotherapeut te ondergaan, kunnen de spieren worden versterkt. Bij artrose als gevolg van het verminderen van het kraakbeen rond het kniegewricht is het bijvoorbeeld belangrijk dat de spieren in het bovenbeen sterk worden. Het vergroten van de spierkracht en het uithoudingsvermogen heeft een positieve invloed op het verminderen van de pijnklachten door de artrose. Naast een eventuele behandeling van de artrose door een fysiotherapeut is het belangrijk om zelf ook in beweging te blijven en zo de spierkracht te vergroten en op peil te houden. U kunt dat bereiken door in ieder geval elke dag een half uur intensief in beweging te zijn.

De afkorting CVA staat voor Cerebro Vasculair Accident, oftewel een ongeluk in de bloedvaten van uw hersenen. CVA is beter bekend als ‘beroerte‘.

 

Een CVA kan op verschillende manieren ontstaan.

Is de bloedtoevoer naar bepaalde hersencellen maar tijdelijk belemmerd, dan spreken we van een transient ischaemic attack (TIA).

Is er een bloedvat blijvend afgesloten, dan noemen we het een herseninfarct.

Is er een bloedvat in de hersenen kapot gegaan, dan heet het een hersenbloeding. Ieder jaar krijgen 30.000 Nederlanders een CVA. In ongeveer 80% van de gevallen gaat het om een TIA. Veel informatie over CVA is te vinden op de betreffende webpagina’s van de Nederlandse Hartstichting en de Hersenstichting Nederland. De website van het Beroerte Adviescentrum gaat nog een stuk verder met informatieverstrekking gerelateerd aan CVA. Hier vindt u niet alleen informatie voor mensen die zelf een CVA of TIA hebben gehad, maar ook informatie die specifiek gericht is op naasten/mantelzorgers of juist professionele hulpverleners.

 

 

Symptomen van een CVA

 

Als u een CVA heeft gehad, werkt een deel van uw hersencellen ineens niet meer. U krijgt dan te maken met uitvalverschijnselen. Afhankelijk van de plaats en de grootte van het getroffen deel van de hersenen, kunnen bij een CVA de volgende verschijnselen optreden:

  • Een scheve stand van de mond. Als u dit bij iemand ziet, vraag dan om te lachen of de tanden te laten zien. Lukt dat niet, dan is deze persoon vrijwel zeker getroffen door een CVA.
  • Verlamming van een arm of been. Vraag de persoon om de beide armen voor zich uit te strekken met de handpalmen naar boven, en daarbij de ogen dicht te houden. Lukt dit, of zakt een arm vrij snel omlaag?
  • Onduidelijke spraak. Een CVA kan het spraakcentrum aantasten. Stel vragen, laat zinnen herhalen of probeer op andere manieren erachter te komen of de persoon moeite heeft met spreken.
  • Verwardheid, bewustzijnsveranderingen of afwezigheid.
  • Een duizelig of dronken gevoel.
  • Onverklaarbare onrust of opwinding.
  • Een rare manier van lopen.
  • Braakneigingen, hoofdpijn.
  • Moeite met slikken.
  • Gevoelsstoornissen, verlammingen of spierzwakte aan één kant van het lichaam of aangezicht.

Als u vermoed dat iemand CVA heeft, bel dan onmiddellijk 112, de huisarts of de huisartsenpost. Hoe sneller de medische behandeling na een CVA begint, hoe beter de perspectieven zijn.

 

 

Behandeling na een CVA

 

Vaak belandt u na een CVA in een ziekenhuis en moet u revalideren. In ernstige gevallen van een CVA kan zelfs opname in een verpleeghuis nodig zijn. In alle gevallen is het belangrijk om zo snel mogelijk weer in beweging te komen. Ook als sommige lichaamsfuncties zijn uitgevallen door een CVA, zult u de mogelijkheden die u nog wel heeft zo intensief mogelijk moeten aanspreken. Meer algemeen moet u zo gezond mogelijk proberen te leven. Net als voor iedereen geldt ook voor mensen die een CVA hebben gehad: eet gevarieerd. Gebruik zo nodig voedingssupplementen. Stop met roken en matig het gebruik van alcohol. Met een gezonde levensstijl verlaagt u de kans op een nieuwe CVA.

 

 

CVA en fysiotherapie

In de revalidatiefase na een CVA zal de fysiotherapeut u indien mogelijk dagelijkse oefeningen geven. Het gaat dan vooral om opstaan uit uw stoel, staan, lopen en weer gaan zitten. Zo nodig zal de fysiotherapeut een pijnlijke schouder of een verlamde arm die met een CVA te maken heeft behandelen. Het gaat erom dat u allerlei dagelijkse activiteiten zo snel mogelijk weer zelf kan doen. Bespreek daarom wat u wilt bereiken, zodat de fysiotherapeut de adviezen, begeleiding en behandeling daarop af kan stemmen.

Dit houdt in dat er pijn is in de benen, veroorzaakt door een vernauwing of afsluiting van een slagader. Deze pijn komt voornamelijk voor na een stukje bewegen. In het ergste geval heeft men ook in rust pijn. Andere termen voor etalagebenen zijn perifeer arterieel vaatlijden en Claudicatio intermittens.

 

In het ziekenhuis kan men door middel van een meting de toestand van de slagaders in de benen bepalen. Aan de hand van die resultaten wordt er een diagnose gesteld en een etalagebenen behandelplan opgesteld. Mogelijke behandelmethoden voor etalagebenen zijn de leefomstandigheden aanpassen, looptrainingen, medicatie of een operatie.

Klachten bij etalagebenen

 

De naam etalagebenen is tot stand gekomen door de pijn bij het lopen. Na een stukje lopen ervaart men zoveel pijn dat hij of zij een tijdje moet rusten. Het stoppen met lopen kan de indruk wekken dat men naar etalages kijkt, vandaar de naam etalagebenen. Na een paar minuten rust zakt de pijn die veroorzaakt wordt door de etalagebenen weer weg en kan er verder gelopen worden. De pijn in de benen ontstaat door een vernauwing of afsluiting van de slagader. Beenspieren hebben bij inspanning een stuk meer bloed en zuurstof nodig. Door de vernauwing of afsluiting die door etalagebenen veroorzaakt wordt, kan er minder bloed door de benen stromen. De bloedtoevoer en de zuurstofvoorziening schieten daardoor te kort. De krampende pijn wordt veroorzaakt door het gebrek aan zuurstof en het ontstaan van verzuring in de spieren. Etalagebenen op zichzelf zijn niet ernstig. Echter, slagaderziekte kan leiden tot ernstige ziektes, zoals een hartinfarct. Van de mensen met etalagebenen overlijdt ongeveer één op de vier mensen binnen vijf jaar aan een hartinfarct.

 

De diagnose bij etalagebenen

 

Naarmate men ouder wordt, komt slagaderverkalking bij alle mensen voor. Er zijn echter factoren die dit proces, en daardoor ook het ontstaan van etalagebenen, versnellen. Roken en diabetes zijn de grootste risicofactoren die bijdragen aan het ontstaan van etalagebenen. De arts zal dan ook zeker aanbevelen om deze risicofactoren voor etalagebenen aan te pakken. In het ziekenhuis wordt onderzocht waar de aderverkalking plaatsvindt. Dit kan onderzocht worden door te voelen of er nog pulsaties zijn in de knieholte en aan de zijkant van de enkel. Door middel van een enkel-armindex wordt ingeschat hoe ernstig de etalagebenen zijn. Aan de hand van de plaats waar de pijn optreedt, valt te zeggen waar de slagader vernauwd is. Het zuurstofrijke bloed komt van boven vanuit de benen gezien. Daarom zit de verstopping in de aanvoer altijd hoger dan de plaats van de pijn. De drie plaatsen waar de pijn zich voornamelijk voordoen zijn:

  • de bovenbenen, waarbij de pijn bij langer doorlopen uitstraalt naar de kuit. De etalagebenen zijn dan waarschijnlijk ontstaan door de vernauwing in de slagaders van de heupen, op de plaats waar de aorta vertakt in de twee bekkenslagaders;
  • de kuit. Waarschijnlijk zijn de etalagebenen ontstaan door de vernauwing in de slagaders in het bovenbeen boven de knie;
  • onderbeen en voet. De etalagebenen zijn dan waarschijnlijk ontstaan dor de vernauwing in de slagaders in het onderbeen.

 

De behandeling bij etalagebenen

De behandeling bij etalagebenen is erop gericht om de risicofactoren voor aderverkalking te verminderen en de problemen door de klachten te beperken. Sommige patiënten met etalagebenen hebben aan wandelen genoeg. Het is namelijk belangrijk te blijven bewegen, ook al krijgt u er pijn door. De bloedtoevoer in de benen verbetert door elke dag te wandelen. Het is belangrijk om een wandeltempo te kiezen, waardoor u last krijgt van de pijn vanwege uw etalagebenen. Door vaak te wandelen zal de pijn steeds verder afnemen. Bent u onzeker over de mogelijkheden om etalagebenen te behandelen, vraag dan bij een fysiotherapeut om advies en begeleiding. In het ziekenhuis krijgt u te horen of het voor u verstandig is naast de looptrainingen medicijnen te slikken tegen etalagebenen.

Medicijnen kunnen de risicofactoren voor hart- en vaatziekten (zoals een hoge bloeddruk, hoog cholesterol en suikerziekte) beïnvloeden.

Zelf kunt u ervoor zorgen dat u zo gezond mogelijk leeft. Door te stoppen met roken en een gezond gewicht aan te houden zullen de klachten van etalagebenen aanzienlijk verlaagd worden.

Een hernia is de uitstulping van een orgaan of weefsel uit de lichaamsholte. Een hernia heeft vaak een grote impact op uw leven. Lees over symptomen, wat u zelf aan een hernia kunt doen en hoe u een hernia kunt voorkomen.

Een hernia kan een grote invloed hebben op uw dagelijkse leven. Niet alleen heeft u vaak last van rugpijn, maar ook gaat een hernia gepaard met symptomen zoals uitstralingspijn, zenuwuitval en soms zelfs verlammingsverschijnselen. De plaats waar u de pijn of verschijnselen ervaart, hebben te maken met de plaats waar de hernia zich bevindt. De mate van pijn of klachten heeft te maken met de sterkte van de druk die de hernia op het ruggenmerg of de zenuwbaan heeft. Een hernia kan zich dus op vele verschillende manieren manifesteren. De meest voorkomende klachten van een hernia zijn:

  • plekken zonder gevoel
  • brandende pijn
  • minder kracht in uw armen of benen
  • verlammingsverschijnselen
  • uitval van spiergroepen

 

 

Pijn als gevolg van een hernia

Veel mensen denken dat een hernia synoniem is of garant staat voor ernstige rugklachten. Toch komt heftige rugpijn bij een hernia niet zo heel vaak voor. De rugklachten bij een hernia worden namelijk meestal niet direct door deze aandoening veroorzaakt, maar zijn het gevolg van verkrampte spieren. Heeft u wel last van rugpijn, dan merkt u dat in de meeste gevallen vooral aan pijn in de onderrug, het heiligbeen en het onderste deel van de linker- of rechterzij. Ter hoogte van uw nek ervaart u meestal pijn die uitstraalt naar een arm. De nekklachten kunnen er tevens voor zorgen dat u hoofdpijn en schouderklachten krijgt. Door een brandende pijn in uw onderrug kan het lastig zijn om een prettige zithouding te vinden en ervaart u wellicht pijn wanneer u een fysieke activiteit uitvoert. De meest typische symptomen van een hernia zijn pijn in de lenden, heupen en uw bekken. Mensen met een instabiele rug of mensen die hun rug verkeerd belasten, lopen het meeste risico om een hernia te krijgen.

Wat kan helpen bij een hernia

Mensen denken vaak dat absolute rust en plat in bed liggen een gunstige invloed heeft op het herstel van een hernia. Het tegendeel is echter waar. Het is belangrijk om zo actief mogelijk te blijven. U houdt uw conditie daarmee op peil en voorkomt dat uw spieren slapper worden. Sterke spieren kunnen uw onderrug ondersteunen en helpen bij het herstel. Bewegingstherapie is een mogelijkheid om sneller te herstellen van een hernia. Een fysiotherapeut leert u om hiermee uw spieren beter te ontspannen. Als de klachten van uw hernia na een periode van minimaal zes weken niet afnemen, of wanneer u uitvalverschijnselen ervaart, kan overwogen worden om operatief in te grijpen.

Hernia voorkomen

Helaas is een hernia niet altijd te voorkomen, omdat de aandoening vaak ook erfelijk is. Toch kan het goed zijn om een aantal leefregels in acht te nemen die kunnen helpen bij het voorkomen van een hernia.

-Een gezond lichaamsgewicht is hierbij de basis. U voorkomt hiermee dat de ruggenwervel niet onnodig zwaar belast wordt.

-Probeer daarnaast bij het tillen van zware materialen dit op de juiste manier te doen om een hernia te vermijden: hurk en til met een gestrekte rug vanuit de benen.

-Heeft u vooral een zittend beroep, zorg dan voor een goede zithouding en beweeg regelmatig.

-Ook het trainen van de buik- en rugspieren kunnen helpen uw wervelkolom te ontlasten.

-Zorg bij het slapen dat uw onderrug zo weinig mogelijk belast wordt, bijvoorbeeld door in een natuurlijke houding op uw zij te slapen.

Heeft u vragen of zou u graag meer informatie over een hernia willen verkrijgen? Dan kunt u via ons gemakkelijk contact opnemen met een fysiotherapeut.

Bij een hielspoor is er sprake van een verkalking op de plek waar het hielbot aan de pees verbonden zit. Door deze peesblessure wordt het lastiger om de voet te kunnen buigen en strekken.

Hielspoor: symptomen en oorzaak

Dat u uw voet kunt buigen en strekken, is geen wereldwonder, maar een mooi staaltje techniek van het menselijk lichaam. Het werkt zo: er loopt een pees vanaf de kuitspier naar het hielbot. Wanneer de kuitspier zich samentrekt, wordt de voet naar beneden getrokken. Andere spieren in het onderbeen trekken de voet juist weer omhoog. Een pees is net een stevige kabel: hij gaat heel lang mee, maar er kan op den duur van alles en nog wat mee mis gaan. Bij een hielspoor treedt er een zogenaamde verkalking op van de aanhechting van het hielbot aan de pees. Die verkalking is soms maar een millimeter of twee groot, maar de gevolgen zijn overduidelijk te merken. De symptomen van een hielspoor zijn:

  • veel pijn, die uitstraalt van de hiel naar de tenen en de knie;
  • eventuele blaarvorming, doordat u uw voet anders gebruikt dan normaal.

Opvallend is dat de pijn door uw hielspoor ’s ochtends het ergst is. Als u eenmaal wat heeft gelopen, ebt de pijn weg, maar een hielspoor doet alsnog de hele dag goed zeer.
De oorzaak van een hielspoor is altijd overbelasting. Oefent u bijvoorbeeld een beroep uit waarbij u veel moet staan, zoals supermarktmedewerker of verkoper in een schoenenwinkel, dan belast u uw hiel zwaar. Een hielspoor loopt u nooit acuut op.

Hielspoor: voorkoming en prevalentie

Een hielspoor is vooral in de afgelopen decennia flink opgekomen, toen er steeds meer beroepen kwamen waarbij mensen veel moesten lopen en staan. Nu iedereen weer achter computers gaat zitten, zou u misschien verwachten dat de aandoening op zijn retour is, maar dat is niet zo. Juist doordat mensen te weinig bewegen, is de voet gevoeliger voor aandoeningen dan ooit. Het is daarom ook fijn als u een hielspoor kunt voorkomen. Dat is echter niet eenvoudig.

De eerste hint van uw lichaam dat er iets niet helemaal goed zit in uw voet, is lichte pijn in de hiel. Dat kan een zeurende pijn zijn, zoals bij een voorhoofdsholteontsteking, maar ook een brandende pijn, een soort inwendige jeuk. Veel mensen schrijven dat soort pijn af als een onbeduidend kwaaltje, maar juist die pijn is vaak het begin van een hielspoor. Onderschat die pijn niet, anders loopt u binnen de kortste keren met een hielspoor rond.

Hielspoor: behandeling

Een hielspoor is eenvoudig te behandelen, maar de behandeling neemt wel veel tijd in beslag. Bij een hielspoor luidt het hoofdadvies van de huisarts altijd: ‘neem rust’. Zoals u weet, is hielspoor een gevolg van chronische overbelasting. De sleutel tot genezing van een hielspoor is wegneming van de overbelasting. Door rust te nemen, gunt u uw voet een adempauze – en die heeft uw voet hard nodig. Mogelijk moet u zelfs een andere functie gaan uitoefenen, op last van de dokter, om van uw hielspoor te genezen.

De huisarts schrijft u waarschijnlijk ook fysiotherapie voor. Die maakt bij voorbaat al onderdeel uit van de behandeling voor uw hielspoor. Tijdens de fysiotherapie versterkt u de rest van uw voet, zodat de belasting op uw hiel gelijkmatiger wordt verdeeld. De fysiotherapeut kan ook een kritische blik op uw schoeisel werpen: slechte schoenen zijn notoire boosdoeners van een hielspoor. Steunzolen kunnen ook helpen. Als u een gekwalificeerde therapeut wilt vinden, neem dan contact met ons op.

Een artrose knie (ook wel gonartrose genoemd) is een chronische aandoening waarbij het kraakbeen zachter wordt. De ziekte wordt na verloop van tijd steeds heftiger. Een artrose knie is een vorm van reuma die op elke leeftijd kan voorkomen.

Hoe ontstaat een artrose knie?

Een artrose knie is een reumatische aandoening waarbij het kraakbeen in het kniegewricht geleidelijk aan steeds dunner en zachter wordt. Het hebben van een artrose knie is geen specifieke ouderdomskwaal, maar de kans op een artrose knie wordt wel groter naarmate u ouder wordt. De aandoening kan dus op iedere leeftijd voorkomen. Een gewrichtsontsteking, een verwaarloosde blessure, of zwakke gewrichtsbanden kunnen een artrose knie tot gevolg hebben. Ook kan ernstig overgewicht het ontstaan van een artrose knie bevorderen. Er zijn reden om aan te nemen dat de kans op ontwikkeling van deze reumatische aandoening erfelijk bepaald is. De diagnose van artrose knie wordt gesteld op basis van symptomen als pijn en immobiliteit. De vervorming van het kniegewricht wordt duidelijk zichtbaar gemaakt met een MRI-scan of een röntgenfoto.

Wat gebeurt er in het gewricht van een artrose knie?

In het kniegewricht komen er twee botten samen. Ze worden bij elkaar gehouden door kniebanden en een gewrichtskapsel. Om nu te voorkomen dat deze botten tegen elkaar aan schuren, zijn de uiteinden voorzien van een schok dempende laag van kraakbeen. Aan de binnenzijde van het gewrichtskapsel zit een slijmvlieslaag. Binnen het gewricht werkt deze laag als een soort smeermiddel. Bij een artrose knie wordt het kraakbeen langzaam en onherstelbaar afgebroken, waardoor na verloop van tijd de botten over elkaar heen gaan schuren. Als reactie op het kraakbeenverlies neemt vaak de dichtheid van het bot toe. Aan de rand van het gewricht beginnen bovendien puntige uitsteeksels van bot te groeien, osteofyten genaamd. Het verlies van het kraakbeen, de over elkaar heen schurende botten en de osteofyten veroorzaken de pijn en het ongemak van een artrose knie. Er ontstaat soms ook vocht in het gewricht van de artrose knie door een ontsteking. De artrose knie wordt dan dik en stijf en voelt warm aan. Vaak is de kwaliteit van het kraakbeen al enige tijd achteruitgegaan voordat de eerste klachten zich openbaren. Een artrose knie is niet te genezen, maar gelukkig is er tegenwoordig wel iets aan te doen.

Er zijn verschillende manieren om een artrose knie te behandelen

Een artrose knie kan goed behandeld worden:

  • door middel van pijnbestrijding met ontstekingsremmende medicijnen of acupunctuur;
  • door het uitvoeren van specifieke oefeningen voor het kniegewricht en eventueel gewichtsverlies;
  • door het gebruik van vitaminen en voedingssupplementen zoals glucosamine;
  • door het operatief ingrijpen om het gewricht in de artrose knie te corrigeren of te vervangen.

Wanneer bij een artrose knie medicijnen en oefeningen niet het gewenste effect hebben, kan een operatie nog uitkomst bieden. In het beginstadium van de slijtage kan de artrose knie met een kijkoperatie worden schoongemaakt. Het resultaat van deze ingreep aan de artrose knie is echter nogal wisselend en meestal van korte duur. Bij ernstige klachten wordt er gekozen voor een totale knieprothese (TKP). De versleten gewrichtsvlakken worden dan vervangen door een metalen en een hard plastic gedeelte. Wanneer er slechts sprake is van slijtage aan de binnen- of aan de buitenkant van de artrose knie, dan kan er een halve kunstknie worden geplaatst. In Nederland worden er jaarlijks ongeveer 18.000 kunstknieën geplaatst. Als het noodzakelijk is om een artrose knie te vervangen door een kunstknie kan een fysiotherapeut zowel vóór als na de operatie ondersteuning bieden. Een fysiotherapeut verstrekt informatie over wat er na de ingreep wel en niet mag en hoe de geopereerde artrose knie zo snel mogelijk weer op een verantwoorde wijze gebruikt kan worden. U kunt hier altijd terecht als u meer wilt weten over de behandeling van een artrose knie.

 

Hoe ontstaat nekpijn

Nekpijn wordt meestal veroorzaakt door je spieren, banden of kleine gewrichten.

De pijn is vaak zeurend en straalt soms uit naar het hoofd, de armen of de handen.

Meestal gaat nekpijn vanzelf over. Door in beweging te blijven en risicofactoren te vermijden, kun je zelf het herstel versnellen.

Je fysiotherapeut kan je adviseren hoe je op de juiste manier kunt bewegen en sporten.

Wat is nekpijn?

Pijn in de nek komt veel voor en is meestal afkomstig uit de bewegende delen van de nek: de spieren, de banden en de kleine gewrichten. Een acute aanval van nekpijn kan behoorlijk pijnlijk zijn. Het is goed om je dan te bedenken dat dit meestal niet wordt veroorzaakt door een ernstige aandoening.

De klachten bij nekpijn

Nekpijn is vaak een zeurende pijn die je voelt aan één of beide kanten van je nek of bovenop je schouders. De pijn kan plotseling opkomen, bijvoorbeeld na een aanrijding, of geleidelijk ontstaan. Soms kun je je hoofd minder goed draaien; omkijken tijdens het autorijden is dan bijvoorbeeld lastig. Vanuit de nek kun je ook last hebben hoofdpijn, uitstralende pijn naar de armen en tintelingen in je hand of vingers. Soms heb je minder kracht in je hand en kun je de beweging van je arm niet meer goed sturen.

De behandeling van nekpijn

Meestal verdwijnt nekpijn binnen zes weken vanzelf weer. Een röntgenfoto of MRI is vrijwel nooit nodig. Aarzel niet om bij een aanval van acute nekpijn – in overleg met je (huis)arts – pijnstillers te gebruiken. Hierdoor wordt bewegen gemakkelijker, wat het herstel bevordert.

Wat je zelf kunt doen

Hoge werkdruk, stress, lang in dezelfde of een verkeerde houding zitten: het zijn allemaal risicofactoren voor het krijgen van nekklachten. Bedrust is meestal niet nodig. Door actief te blijven en de risicofactoren te vermijden, kun je zelf de kans op herstel vergroten. Door op de juiste manier te bewegen en te sporten, maak je je nek sterker en soepeler. Dit bevordert het herstel en zorgt ervoor dat je minder snel weer nekklachten krijgt.

Bij de ziekte van Osgood Schlatter is een aandoening die pijn veroorzaakt op de plek waar het scheenbeen en de kniepees met elkaar verbonden zijn. Bent u tussen de 8 en 18 jaar, sport u veelvuldig en heeft u last van uw knie? Grote kans dat uw de ziekte van Osgood Schlatter hebt die vanzelf weer overgaat.

Wat is de ziekte van Osgood Schlatter?

De ziekte van Osgood Schlatter is een aandoening die pijn veroorzaakt op de plek waar de kniepees zich aan het scheenbeen hecht. De naam is afkomstig van twee chirurgen, namelijk Robert Osgood en Carl Schlatter. De ziekte van Osgood Schlatter is een zogenaamde overbelastingsblessure die zich bij jongeren in de groei voordoet. Omdat sporten een extra belasting vormt op de knie van een jongere die nog volop in ontwikkeling is, komt de ziekte van Osgood Schlatter voor bij jongens tussen de 10 en 18 jaar die meestal intensief sporten en bij sportende meisjes tussen de 8 en 10 jaar, al komt de ziekte van Osgood Schlatter bij hen minder vaak voor. De klachten die door de ziekte van Osgood Schlatter ontstaan, hebben te maken met het feit dat de kniepees vlak onder de knie zich aan het bot hecht. Op deze plek bevindt zich een klein heuveltje, dat ontstoken raakt door een − bij een nog niet vol ontwikkeld lichaam − te grote trekkracht van de kniepees, waardoor het botheuveltje zich kan verdikken en pijnlijk wordt. De klachten die veroorzaakt worden door de ziekte van Osgood Schlatter zijn merkbaar wanneer men bijvoorbeeld de knie strekt, knielt of opstaat na een langere zitperiode. Voor jongeren die veel sporten is dit natuurlijk vervelend en het is logisch dat zij veel vragen hebben over Osgood Schlatter en wat zij eraan kunnen doen. Hieronder worden een aantal van de meest gestelde vragen over de ziekte van Osgood Schlatter beantwoord.

Waarom gaat de ziekte van Osgood Schlatter meestal vanzelf over?

Voor jongeren die zich grote zorgen maken over de ziekte van Osgood Schlatter is er goed nieuws: bijna in alle gevallen gaat de ziekte van Osgood Schlatter vanzelf weer over. Slechts een enkele keer is er sprake van een los botfragmentje dat later operatief verwijderd moet worden. Er blijft wel een knobbeltje onder uw knie bestaan, maar daar heeft vrijwel niemand echt last van, behalve wanneer u knielt kunt u daar nog enige hinder van ondervinden. De reden dat de ziekte van Osgood Schlatter vanzelf geneest, heeft alles te maken met het feit dat de oorzaak van de ziekte van Osgood Schlatter gelieerd is aan de groeispurt. Is deze over dan verdwijnen de klachten vanzelf.

Zijn er natuurlijke (zelfhulp)middelen die helpen bij de ziekte van Osgood Schlatter?

De meeste artsen raden jongeren die last hebben van de ziekte van Osgood Schlatter aan tijdelijk minder te sporten. Ook fietsen, traplopen en sprinten zijn activiteiten die men tijdens de ziekte van Osgood Schlatter voor zover mogelijk dient te vermijden. Daarnaast helpen enkele andere middelen bij knieklachten. Zo kunnen bijvoorbeeld het koelen en het dragen van een patellabandje bijdragen aan het verminderen van de klachten die worden veroorzaakt door de ziekte van Osgood Schlatter. Ook een goede voeding en eventueel voldoende voedingssupplementen kunnen een positieve invloed op het herstel uitoefenen, al is bij de ziekte van Osgood Schlatter geduld het allerbelangrijkste!

Ik wil door blijven sporten, ondanks het feit dat ik last heb van de ziekte van Osgood Schlatter

Zeker wanneer sporten uw passie is, geeft u dit ondanks de ziekte van Osgood Schlatter niet graag (tijdelijk) op. Dat is begrijpelijk, maar wilt door blijven sporten met de ziekte van Osgood Schlatter, vraag dan altijd advies aan een fysiotherapeut. Een fysiotherapeut kan u adviseren over rek- en strekoefeningen en een aangepast trainingsprogramma voor u opstellen. Ook door het toepassen van massages kan een fysiotherapeut de klachten veroorzaakt door de ziekte van Osgood Schlatter aanzienlijk verminderen.

Voor het vinden van een fysiotherapeut kunt u bij ons terecht. Neem contact op via ons emailadres of bel voor een afspraak.

Bij de ziekte van Parkinson sturen uw door een tekort aan dopamine hersenen uw spieren niet goed aan. Fysiotherapie kan helpen om soepeler te bewegen.

De ziekte van Parkinson is een hersenaandoening die relatief vaak voorkomt. In Nederland lijden ongeveer 40.000 mensen aan de ziekte van Parkinson. De ziekte begint meestal als u tussen de vijftig en zestig jaar oud bent, maar ongeveer tien procent van de patiënten is jonger dan veertig. Voor een heldere uitleg over de oorzaak van de ziekte verwijzen we u naar de pagina van de Hersenstichting over Parkinson. Kort samengevat: de hersenen gaan steeds minder dopamine produceren. Deze stof is nodig om de spieren goed aan te sturen. Dit probleem kan trouwens ook optreden bij sommige andere hersenaandoeningen. U heeft dan niet de ziekte van Parkinson, maar wel de kenmerkende symptomen. We spreken dan van Parkinsonisme. Parkinson tast niet de duur van uw leven aan, maar helaas wel de kwaliteit ervan.

Symptomen van Parkinson

De diagnose Parkinson wordt gesteld aan de hand van de symptomen.

  • Beven en trillen (tremor) van armen en benen. Dit is misschien wel het bekendste verschijnsel van de ziekte van Parkinson. Kenmerkend is dat uw lichaamsdelen niet bij inspanning gaan trillen, maar juist als u in rust bent.
  • Schuifelende pasjes, omdat u bang bent om te vallen.
  • Een verstoorde lichaamshouding.
  • Verstoorde spraakmotoriek: in gesprekken reageer u traag, en in uw spraak klinkt emotie minder door. Ook kunt u door Parkinson een ‘maskergezicht’ hebben, doordat de spieren in uw gezicht niet goed worden aangestuurd.
  • Problemen met slikken. In combinatie met een voorovergebogen lichaamshouding kan dit leiden tot het naar buiten lopen van speeksel.

Parkinson wordt in de loop der jaren erger. U krijgt steeds meer motorische problemen.

Behandeling van Parkinson

Er is een landelijk netwerk, ParkinsonNet, van zorgverleners die gespecialiseerd zijn in de behandeling en begeleiding van mensen met de ziekte van Parkinson. Bij dit netwerk zijn onder meer ergotherapeuten, fysiotherapeuten, logopedisten, neurologen en verpleegkundigen aangesloten. Al deze specialisten kunnen u, elk op hun eigen manier, helpen om beter met Parkinson om te gaan.

  • Door fysiotherapie leert u soepeler te bewegen.
  • Logopedie helpt u iets te doen aan uw spraakproblemen.
  • Ergotherapie is erop gericht dat u langer de gewone dagelijkse bezigheden zelfstandig kan uitvoeren.
  • Er zijn diverse medicijnen beschikbaar. De meeste daarvan zijn bedoeld om het tekort aan dopamine in uw hersenen te compenseren. Parkinson kan helaas nog niet genezen worden, maar er wordt wel veel onderzoek naar de ziekte gedaan.
  • Met een hersenoperatie kan het beven en de stijfheid worden verminderd, maar dit is een laatste redmiddel, als medicijnen niet of onvoldoende helpen.

Verder kunt u voor contact met lotgenoten terecht bij de Parkinsonvereniging.

Fysiotherapie en Parkinson

Waarschijnlijk heeft u problemen met dagelijkse bewegingen door de ziekte van Parkinson. Opstaan uit een stoel, lopen door het huis of omrollen in bed gaat moeizamer dan toen u nog geen Parkinson had. U kan dan veel baat hebben bij fysiotherapie. De fysiotherapeut kan de ziekte niet wegnemen, maar u wel helpen soepeler te bewegen. Ook is een bezoek aan de fysiotherapeut zinvol als u last heeft van uw nek of schouders, of als uw conditie achteruit gaat. Veel mensen met Parkinson zijn geneigd om minder te bewegen, uit angst om te vallen. Dat is begrijpelijk, maar als u weinig beweegt, neemt de kans op bijkomende klachten toe: u kunt last krijgen van verstopping, broze botten of problemen met uw hart. Het is daarom belangrijk om actief te blijven.

Houd u er rekening mee dat uw fysiotherapeut aangesloten is bij parkinsonnet.

Bij het piriformis syndroom is er sprake van zenuwpijn in de bilregio. Deze klachten kunnen worden veroorzaakt door bijvoorbeeld een ongeluk, te weinig beweging of een slechte zithouding.

Het piriformis syndroom, wat is dat precies?

Het piriformis syndroom is de benaming voor een zenuwpijn en behoort tot het terrein van de ischiasneuralgie. Een ischias is een veelvoorkomende klacht waarbij de nervus ischiadicus, of; de grote heupzenuw die vanuit de bilregio tot in het been loopt, geïrriteerd raakt door beknelling of drukkracht die erop wordt uitgeoefend. In het geval van het piriformis syndroom ontstaat het probleem door een andere spier, namelijk de musculus piriformis, oftewel de peervormige spier (een van de diepe bilspieren) en vandaar dat we dus spreken van een piriformis syndroom. Bij een piriformis syndroom raakt de ischiaszenuw, die dus loopt vanaf de bil tot in het been, geïrriteerd, doordat deze in de bilregio op de plek waar de ischiaszenuw en de peervormige spier elkaar kruisen problemen ondervindt die veroorzaakt worden door laatstgenoemde spier. De diagnose piriformis syndroom is echter vrij lastig te stellen, omdat er meerdere redenen kunnen zijn voor het feit dat de ischiaszenuw geïrriteerd is.

Wat is de oorzaak van het piriformis syndroom en wat voor soort klachten worden erdoor veroorzaakt?

Bij het piriformis syndroom raakt de ischiaszenuw dus geïrriteerd door de peervormige spier, oftewel de musculus piriformis. De irritatie van de ischiaszenuw door de peervormige spier kan ontstaan doordat deze bekneld raakt door de peervormige spier of doordat de peervormige spier een te grote druk uitoefent op de ischiaszenuw. Redenen hiervoor, en dus voor het ontstaan van een piriformis syndroom, kunnen een verkorte peervormige spier zijn, een zwelling of een te grote spierspanning; dit vormt zogenaamde triggerpoints. In veel gevallen treden klachten als gevolg van een piriformis syndroom op na een ongeluk, bijvoorbeeld nadat men hard op de billen is gevallen, maar er kan ook sprake zijn van een bepaalde aanleg tot het ontwikkelen van een piriformis syndroom. Bij deze klachten dient men bijvoorbeeld te denken aan:

  • een bilregio die pijnlijk is (diepliggende drukpijn midden op de bil) met eventuele uitstraling naar heup en bovenbenen;
  • pijnlijke steken in de beenachterzijde;
  • tintelingen die men soms zelfs in de voeten kan voelen;
  • een verstoorde bloedsomloop, door de aanwezigheid van vele bloedvaten in de bilregio;
  • dat wanneer men gaat zitten, de trap gebruikt of de knieën buigt de pijn zich verergert;
  • dat wanneer men de heup naar binnen draait, de pijn zich verhevigt;
  • rugpijn, die vaak gepaard met de andere klachten.

Wat kan ik doen om klachten als gevolg van een piriformis syndroom te voorkomen?

Naast een ongeluk kunnen te weinig bewegen of een verkeerde houding oorzaken zijn van een piriformis syndroom. Iemand die voor zijn werk voornamelijk achter een bureau zit, kan door een verkeerde zithouding en onvoldoende stimulans van de spieren een piriformis syndroom ontwikkelen. Om een piriformis syndroom te voorkomen, doet u er dan ook goed aan voldoende te sporten, waarbij u dit ondersteunt met een gezond voedingspatroon. Verantwoord bewegen en voldoende mineralen en vitamines ter ondersteuning dragen bij aan een gezonde levensstijl en verlagen daarmee de kans op klachten als gevolg van een piriformis syndroom.

Wat is een effectieve behandeling bij het piriformis syndroom?

Wanneer u ondanks een gezonde levensstijl toch last krijgt van een piriformis syndroom kan een fysiotherapeut uitkomst bieden. Bij klachten door een piriformis syndroom kan deze niet alleen de pijn verlichten, maar ook de oorzaken van een piriformis syndroom aanpakken. Door juiste oefeningen en massages zullen de klachten als gevolg van een piriformis syndroom al snel verminderen.

Reuma is een verzamelnaam voor verschillende vormen van aandoeningen aan gewrichten, zoals jicht, reumatoïde artritis, artrose, fibromyalgie en de ziekte van Bechterew. 

In Nederland zijn er ongeveer twee miljoen mensen met reumatische klachten, waaronder ook jongeren met reuma. In de medische wereld wordt met reuma echter de aandoening reumatoïde artritis bedoeld, wat een auto-immuunziekte is. De ziekte kan door artsen vastgesteld worden op basis van de klachten en verschijnselen.

Diagnose bij reuma

Indien er sprake is van reuma in de vorm van reumatoïde artritis, dan zal de diagnose aan de hand van het beoordelen van klachten en verschijnselen tot stand komen. Er zijn meerdere criteria die daarvoor gehanteerd worden. Zo moet u bij reuma last hebben van ochtendstijfheid, maar ook van pijnklachten in minimaal één gewricht als u beweegt. Een ander symptoom dat tevens een rol speelt bij het vaststellen van de diagnose reuma is dat er een zwelling aanwezig moet zijn in een gewricht als gevolg van een verdikking van de weke delen. Het afweersysteem zal zich tegen het eigen lichaam keren en daardoor ontstaan er gewrichtsontstekingen met onder meer de hiervoor genoemde klachten.

Verloop van reuma

Bij reumatoïde artritis kunnen de ontstekingen in de gewrichten een grillig verloop hebben. Zo kunt u enkele dagen pijn hebben, maar ook meerdere weken achter elkaar klachten krijgen met onder meer vermoeidheidsverschijnselen. In een verder stadium kunnen er complicaties ontstaan. De complicaties kunnen variëren van een ontsteking van een bloedvat tot een gescheurde pees. Als gevolg van de ontstekingen wordt het risico op hart- en vaatziekten bovendien vergroot. Een beginnende ontsteking is niet altijd te herkennen aan het gevoel van het gewricht zelf. Dat kan later veranderen als u bijvoorbeeld pijn krijgt onder uw voeten of als uw vingers stijf beginnen te worden. Bij reuma ondervindt u dus vaak de volgende symptomen:

  • Pijn
  • Stijfheid
  • Vermoeidheid
  • Complicaties

Als het gewricht ontstoken is, dan zal dat pijn gaan doen en voelt het warm en gezwollen aan. Als u reuma heeft, merkt u dat bijvoorbeeld aan stijve gewrichten bij het opstaan, maar ook als u een lange periode in één houding heeft gezeten. Bij reuma kunnen ontstekingen zich in meerdere gewrichten voordoen en kan de pijn per dagdeel wisselen. Een van de overheersende symptomen bij reuma zijn de vermoeidheidsklachten als gevolg van een gebrek aan energie. Ontstekingen kunnen bovendien bij reuma tot bloedarmoede leiden en dat levert weer een extra bijdrage aan het vermoeidheidsgevoel. Als u reuma heeft en vermoeid bent, dan kunt u dat ook wel vergelijken met een gevoel van licht grieperig zijn. Naast de gewrichten heeft reuma ook invloed op pezen en spieren, want deze kunnen eveneens stijf worden en verzwakken. Daardoor wordt u weer minder beweeglijk en zal uw conditie verminderen.

Behandeling van reuma

Het behandelen van reuma wordt onder meer gedaan door medicijnen voor te schrijven, maar ook andere vormen van behandeling zijn mogelijk net als dat het belangrijk is om zo gezond mogelijk te leven. Behandeling bij een fysiotherapeut kan eveneens in het behandelplan voor reuma passen. Bij fysiotherapie is de behandeling vooral gericht om de conditie van uw gewrichten, maar ook van uw pezen en spieren te verbeteren en in stand te houden. Daarnaast kan de fysiotherapeut u leren een goede houding aan te nemen. Het is namelijk belangrijk om als u reuma heeft op een soepele manier te blijven bewegen. Er wordt dan ook aangeraden om dagelijks in elk geval een half uur matig intensief te bewegen.

Voor meer informatie over de behandeling van reuma door middel van fysiotherapie kunt contact opnemen met onze fysiotherapeut.